Line

| NL |

Line

Jan van Krimpen Project

Het dtl Van Krimpen Project vindt zijn oorsprong in het najaar van 1986, toen Frank E. Blokland voor de eerste keer Jan van Krimpens zoon Huib (1917–2002) ontmoette tijdens de ATypI-conferentie in Basel. Daar in Zwitserland ontstond het plan of facsimiles te publiceren van alle letterontwerptekeningen die JvK maakte.
        Kort na de conferentie, op 23 september 1986, stuurde Huib van Krimpen een uitgebreide brief aan Blokland tezamen met de Nederlandse vertaling die hij had gemaakt van zijn vaders Memorandum to Monotype, daterend van eind 1955/ begin 1956. Het idee was om de originele Engelse tekst met citaten uit On Devising and Designing Type (New York: The Typophiles, 1957) toe te voegen aan de facsimiles. Omdat toentertijd Berthold overwoog om Romulus en Spectrum voor de fotozetmachine te produceren, suggereerde Huib van Krimpen in voornoemde brief om het Memorandum in een van deze twee lettertypen te zetten zodra deze beschikbaar zouden komen.
Preliminary drawing for Sheldon by Jan van Krimpen
In het begin van het project was het onduidelijk waar een aantal van Jan van Krimpens ontwerptekeningen was gebleven. Er was zelfs twijfel of ze allemaal nog behouden waren. Zo was bijvoorbeeld niet duidelijk waar de tekeningen van Sheldon zich bevonden. Huib van Krimpen vond een spoor dat leidde van Monotype naar de Oxford University Press, en vervolgens van Oxford naar Heemstede, waar JvK woonde. Uiteindelijk werd duidelijk dat de Sheldon-tekeningen in de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam lagen.
        Huib van Krimpen wist dat de negen bladen met ontwerptekeningen voor Haarlemmer in het bezit waren van Monotype en ergens in Engeland in een lag lagen. Aan het eind van de jaren tachtig bracht hij deze terug naar Nederland. Niet veel later werden de tekeningen gekocht door Blokland en door hem gebruikt voor de ontwikkeling van dtl Haarlemmer.
         In de daarop volgende jaren was er tussen Huib van Krimpen en Blokland veel contact, maar de publicatie met facsimiles is helaas nooit van de grond gekomen. In 1996 publiceerde de Dutch Type Library een Nederlandse vertaling van het Memorandum. Deze uitgave was gezet in dtl Haarlemmer, waarvan de productie enthousiast werd gesteund door Huib van Krimpen, die erg positief was over het resultaat. Al eerder, in 1992, verkreeg de Dutch Type Library via hem de productierechten van Sheldon, waarvan de ontwikkeling overigens nog steeds niet is afgerond.

Jan van Krimpen (1892–1958) vormt nog immer het boegbeeld van typografisch Nederland. Zijn letterontwerpen worden alom bewonderd om hun schoonheid. Van Krimpen maakte letterontwerpen in een opvatting die door Stanley Morison als volgt werd omschreven: ‘The history of calligraphy and typography is mainly a matter of tracing variations caused by cultural, linguistic, nationalistic and economic factors.’
        Er is nogal wat verschil tussen hetgeen Van Krimpen tekende, de stempelsnijder Paul Helmuth Rädisch sneed en de tekenkamer van Monotype produceerde. De getekende Romulus toont bijvoorbeeld iets neoclassicistischer, wat meer Baskerville-achtig, dan de uiteindelijke drukletter. Verder verschillen de tekeningen en versies voor de ‘hete’ zetselgietmachine van gewicht en contrast.
        De tekeningen van Haarlemmer staan op negen bladen die enigszins variëren in grootte, maar gemiddeld ongeveer 35 bij 45 centimeter meten. De getekende Haarlemmer heeft een kapitaalhoogte van ongeveer 73 millimeter. Het merendeel van Van Krimpens letterontwerptekeningen is op een vergelijkbare grootte als die van Haarlemmer gemaakt.

In het kader van het dtl Van Krimpen Project produceert de Dutch Type Library digitale versies van Haarlemmer, Romulus en Sheldon.

Line

Top